In maart verleden jaar overleed mijn moeder. In januari schreef ik in mijn notebook terwijl ik bij haar bed zat en ze even in slaap was gesukkeld:
Ik stond in dubio de arts te bellen, maar ik was er pas vlak voor de middag en er moet ´s morgens vroeg gebeld worden voor bezoek of recepten maar gelukkig had Ingrid, de verzorgster al gebeld. Ze kreeg een hoestdrank en paracetamol voorgeschreven en dat ging ik halen. Ze was zo moe, vertelde Ingrid, die haar weer in bed had gestopt.
Ze is redelijk helder, maar toch ook verward. Wilde niet eten en ik ben even naar mijn eigen huis gegaan 100 meter verderop . Toen ik om twee uur terugkwam, zag ik Ingrid op de gang die zei dat ze weer in de stoel zat.
Daar zat ze dan. Zo verschrikkelijk druk met haar zakdoekje vouwen, inrollen, uitrollen en weer inrollen, haar peignoir recht trekken, links, rechts en weer links en rechts, weer het zakdoekje, zuchten steunen. Alleen al van ernaar kijken werd ik moe. De limonade had ze opgedronken en er kwam een onbekende met de thee langs. We dronken samen een kopje thee en dat ging er goed in, al viel ze tussendoor, voorovergebogen in de stoel in slaap. Met veel overredingskracht heb ik haar verteld dat ze lekker naar bed moest gaan omdat ze ziek is. Volgens mij dringt dat niet zo goed tot haar door. De paracetamol zal de ellende hopelijk wat verzachten. Met veel gestommel en gesteun vanwege de zware taak haar pyama weer aan te doen, heb ik haar in bed geholpen. En dan liggen de dekens weer niet precies zoals zij ze hebben wil. Voor alles perfect en naar haar wens is, ligt ze zwaar zuchtend en hoestend helemaal voor pampus.
Ze is eventjes in slaap gevallen, maar door het hoesten nu alweer wakker en onrustig.
Oud zijn is niet eenvoudig.