donderdag 5 juli 2012

Dagboekbladen


dinsdag 13 oktober 2009


Ik ging mijn bed weer in. Mijn darmen zijn nog niet in orde, maar de koorts is gezakt en de heftige krampen zijn verdwenen. Nog steeds verdraagt hij geen ontlasting en als dat de gevoelige plek bereikt is het pijnlijk. Als ik naar het toilet ben geweest keert de rust weer een beetje terug.
Vanmorgen terug in mijn bed heb ik niet meer geslapen en terwijl de gedachten rondtolden, leek ik even contact te maken met een soort van schizofreen gevoel, een gevoel zoals ik me dat voor zou kunnen stellen. Misschien mede ingegeven door de koorts van de laatste dagen maar toch, hoe is het mogelijk om zo verstrikt te raken in je eigen denken.

Ik merkte hoe mijn ik gerichtheid overal doorheen werkt. Hoe het bijna onmogelijk is, vooral wanneer je lichamelijk pijn hebt, je van vreemde denkpatronen los van te maken en te ervaren dat je niet alleen maar je lichaam bent. Nee, IK heb pijn. En als ik daar weer wat meer vrij van kwam en met andere gedachten speelde, kwam dat ikje weer op allerlei andere manieren door mijn denken heen een rol spelen. Als ik het in het ene opmerk en laat gaan, uit het zich alweer in het andere. Plotseling zag ik mijn eigen gerichtheid overal in doorrazen terwijl ik dacht het èèn los te laten en de volgende gedachte vrij van ego te kunnen zijn, bleek dat een volkomen misvatting, want ook daarin herkende ik mijn eigen kleingeestigheid en denken weer.

Ik draaide zo in een kringetje rond om mijzelf, dat ik nog meer verwarde en vreemde gedachten zou kunnen krijgen die al min of meer aanwezig waren. Ik veronderstelde dat het zo zou kunnen gaan, schizofreen of verward worden. Het is angstig in een ruimte te staan waar ik geen grip op heb,  geen grip op mijn eigen denken, want ik moet me toch ergens aan vast kunnen houden aan mezelf en aan mijn eigen logisch denken en als dat niet meer lukt dan gebeuren er rare dingen in mijn geest. Dan graai ik steeds meer verward om mij heen naar houvast.
‘Het is vreselijk als er dan geen vangnet is’, was de gedachte die bij me opkwam.

Toen schoot het me te binnen en ik herhaalde een tijd lang de woorden die ik heb geleerd en een zekere kwaliteit in zich dragen die me duidelijk geworden zijn in mijn ervaring doordat ik er al zolang mee bezig ben. Het gaat niet alleen om de woorden, maar om dat waar ze voor staan en de richting die ze aangeven.
‘Tot aan de verlichting neem ik toevlucht tot Boeddha, Dharma en Sangha.
(Moge ik door onzelfzuchtig handelen en de andere volmaaktheden Boeddhaschap bereiken tot welzijn van alle wezens)’

Ik merkte, hoe zoals gewoonlijk de rust in me weerkeerde, hoe mijn buik zich ontspande en alles wat er is op zijn plaats valt, mede door de opgebouwde gewoonte en inhoudelijkheid van ieder woord op zich die zo groot is dat ik daar hier niet veel meer over kan zeggen dan dat het veel voor mij betekent en een mogelijkheid geeft voor mijn ontwikkeling.
De herinnering die daarbij automatisch opkomt, is toch de kern van de zaak. Het gaat erom die kwaliteiten in mezelf op te bouwen. Vanuit die positie keert de rust terug. Zijn alle handelingen, handelingen zijn alle woorden, woorden en is al het denken, denken. Niet meer en niet minder dan dat.

Zolang alles wat ik doe en kan afhankelijk is van oorzaken en gevolgen en ik daar zelf  weinig begrip en weet van heb, is een vangnet onontbeerlijk, het geeft ruimte, rust en kracht waardoor ik verder kan zonder angst. Ik kan nog zo veronderstellen zelf de touwtjes in handen te hebben, maar schijn bedriegt.
Door  methode en bewustwording toe te passen, kan er een heel ander perspectief ontstaan en een motivatie van waaruit alle handelingen bepaald worden door die instelling.







Warm hè

Als het warm is willen we fris
als het koud is willen we warm


als het nat is willen we droog


en
als het droog is willen we nat.



Maar voorlopig heb ik genoten van
gisteren.








Blogarchief

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...