Boeddha's woorden:
Monniken, wat denken jullie: is vorm blijvend of vergankelijk?"
"Vergankelijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is hetgeen dat vergankelijk is, pijnlijk of plezierig?"
"Pijnlijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is het van hetgeen dat vergankelijk en pijnlijk is omdat het aan verandering onderhevig is, juist om te zeggen: 'Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf'?"
"Nee, Eerwaarde Heer."
"Is gevoel blijvend of vergankelijk?"
"Vergankelijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is hetgeen dat vergankelijk is, pijnlijk of plezierig?"
"Pijnlijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is het van hetgeen dat vergankelijk en pijnlijk is omdat het aan verandering onderhevig is, juist om te zeggen: 'Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf'?"
"Nee, Eerwaarde Heer."
"Is waarneming blijvend of vergankelijk?"
"Vergankelijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is hetgeen dat vergankelijk is, pijnlijk of plezierig?"
"Pijnlijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is het van hetgeen dat vergankelijk en pijnlijk is omdat het aan verandering onderhevig is, juist om te zeggen: 'Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf'?"
"Nee, Eerwaarde Heer."
"Zijn mentale factoren blijvend of vergankelijk?"
"Vergankelijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is hetgeen dat vergankelijk is, pijnlijk of plezierig?"
"Pijnlijk, Eerwaarde Heer." "Welnu, is het van hetgeen dat vergankelijk en pijnlijk is omdat het aan verandering onderhevig is, juist om te zeggen: 'Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf'?"
"Nee, Eerwaarde Heer."
"Is bewustzijn blijvend of vergankelijk?"
"Vergankelijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is hetgeen dat vergankelijk is, pijnlijk of plezierig?"
"Pijnlijk, Eerwaarde Heer."
"Welnu, is het van hetgeen dat vergankelijk en pijnlijk is omdat het aan verandering onderhevig is, juist om te zeggen: 'Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf'?"
"Nee, Eerwaarde Heer."
"Zo moet, monniken, iedere soort van vorm die in het verleden, in de toekomst of in het heden is verrezen, groot of klein, in je of buiten je, ondergeschikt of verheven, ver weg of dichtbij, met juist begrip aldus beschouwd worden: 'Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.'"
"Zo moet iedere soort van bewustzijn die in het verleden, in de toekomst of in het heden is verrezen, groot of klein, in je of buiten je, ondergeschikt of verheven, ver weg of dichtbij, met juist begrip aldus beschouwd worden: 'Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.'"