Ze fietsen tegen de klippen op
Ik kan er geen hout van branden
In mijn koude huis voel ik de warmte niet
De natte lijven lessen geen dorst
en de oorlog woedt voort
Ze fietsen tegen de klippen op
Ik kan er geen hout van branden
In mijn koude huis voel ik de warmte niet
De natte lijven lessen geen dorst
en de oorlog woedt voort
Bij de klank van de gong aan den tempel ontwaakte de heemel.
Het stof wolkte op door de hoeven van het voortgedreeven vee op den weg.
Vrouwen kwamen van de rivier, met de klotsende kruiken op hun heup.
Je armbanden rinkelden en het schuim stond aan den rand van de emmer.
De morgen verging en ik kwam niet digt bij je.
De woorden van Tagore
Het schilderij van mij 😊
https://mystiekfilosofie.com/2021/01/24/hernandez-miguel-spinragbloemen/
Onder het label gedichten en onder het label linken plaats ik deze blog omdat ik ze bijzonder prachtig vind.
Een nieuwe, dag een nieuw geluid.
Vanmorgen bij het wakker worden dacht ik. Wat is het lang geleden dat ik een gedichtje schreef. Ik lees ze graag maar ik schrijf ze ook graag. Als dat soort creatieve uitspattingen komen meestal met vlagen naar boven. Zo heb ik al een hele tijd minder intensief geschilderd. Dat komt toch altijd op de eerste plaats en soms ben ik er iets minder vaak mee bezig totdat het weer gaat kriebelen.
Nu ga ik niet meer naar de schilder groep. Deze aankomende maand zou ik nog wel kunnen gaan. Maar ik heb geen zin in dat Corona geneuzel en al die voorschriften. Dan ga ik net zo lief niet en wacht gewoon tot alles voorbij is. Niets is eeuwig ook al kan het lang duren maar het gaat voorbij. Dat is een ding dat zeker is. En dan zie ik wel weer of ik zin heb om te gaan.
Ik zie maar weinig mensen en het zal ook een heel rustige december worden. Geen enkele verjaardag gevierd dit jaar nauwelijks een bezoekje afgelegd de enige die wekelijks present is, is mijn hulp.
O ja gedichten. Eens even terug bladeren. Ik schreef er toch meer dan ik me herinner. Deze is wel leuk. Even een kleinigheidje veranderd. Uiteindelijk zijn we nog steeds een dicht bevolkt landje waar we best wat meer ruimte zouden kunnen gebruiken. Gaan we toch gewoon stapelen. Beetje satirisch in een anderhalve meter maatschappij, maar toch.
Al zoveel levens zocht ik,
naar jou die vrede bent,
geslagen en verstoten
ging ik naar jou op weg.
Al zoveel levens zocht ik
naar jou die liefde bent,
want wat wij liefde noemen,
het vloeide telkens weg.
Ik zag de diepe dalen,
verdwaalde in het woud,
verdronk in duister water,
greep rond in zelfbehoud
Ik riep om hulp, maar woorden,
ze keerden leeg terug.
Toch wist ik in diep duister,
dat er ook licht kan zijn
Totdat ik stil aandachtig,
ging zitten op mijn plek
ik keek naar alle dingen
die ik niet had ontdekt
De koele maan van wijsheid
vertelde van de leegte,
waardoor dit alles was.
Het duister gaf de ruimte,
liet duizend dingen zien
die ik nieuwsgierig schouwde
vol van verwondering.
Ik hoefde niet te grijpen
en houden wat ik had.
Het mocht er alles wezen,
vergankelijk als het was.
Zo wandel ik nu verder
en weet,
in alles wat ik zie,
in alles wat ik hoor en voel,
in alles wat ik ben en
alles wat de wereld is
daar heb ik jou ontdekt
Elly