Die gehoorzaamheid is me duur komen te staan. Niet naar mijn ouders toe, want dat waren schatten, maar de gehoorzaamheid zette zich door in mijn volwassen leven, ik wilde dat iedereen me lief vond, totdat ik me bewust werd van de positie waarin ik mezelf had gemanouvreerd door mijn eigen volgzame houding. Toen wilde ik aan veel dingen niet meer gehoorzaam zijn, omdat ik me bewust werd van andermans opvattingen en een leven dat ik leidde en niet zo wilde. Angst voor de gevolgen van de ongehoorzaamheid namen de plaats in van lief gevonden willen worden en de moed zonk me in de schoenen tot het water me aan de lippen stond en ik wel actie moest ondernemen.
Mijn hele zelfbeeld was opgebouwd uit het idee dat ik lief was.
Heel langzaamaan heb ik me eruit geworsteld door te leren zien dat ik dat niet ben, maar wat ben ik dan wel? Het was niet eenvoudig mezelf in de ogen te durven kijken en te erkennen dat ik niet altijd lief was en dat ook niet altijd hoefde te zijn. Mijn hele leven werd op zijn kop gezet. Ideeën zitten zo diep geworteld. Ik had me als een drenkeling vastgeklamd aan mijn eigen lieve persoonlijkheid die ik dacht te zijn. Wie was ik nog?
Nu na jaren durf ik los te laten en mag ik ieder moment zijn die ik ben. Soms aardig soms boos soms verdrietig soms blij en dat allemaal ben ik. Ik ben niet iets vast, iets dat ik aan kan wijzen of kan pakken. Ik durf in de ruimte te staan zonder duidelijke contouren, de ruimte die ik ben.
Heel veel (boeddhistische) beoefeningen liggen daaraan ten grondslag. Ik ben blij dat ik mezelf gevonden heb door geen vast punt te kunnen vinden en dat ik van moment tot moment aanwezig mag en kan zijn. Natuurlijk betrap ik me erop dat ik vaak ook niet op die manier in het leven sta, maar ieder moment dat ik dat weer herken is goed genoeg.
In die zin is er nooit een algemene weg naar vrijheid, want iedereen heeft zijn eigen ding en zijn eigen weg om zichzelf te leren kennen en herkennen en zoals in mijn geval dan ook nog eens niet te (hoeven) vinden. Een persoonlijke weg naar vrijheid. De tradities kunnen als richtingaanwijzers dienen. Zelf maak je uit of het de juiste richtingaanwijzer is voor jouw doel en dat kun je alleen maar weten door er op af te gaan. Je ervaring vertelt je hoe en of het bij jou werkt. Niet klakkeloos achter denkbeelden en hoopgevende voorspellingen aan lopen en denken dat het wel juist zal zijn ook al begrijp je niet hoe het logischerwijs mogelijk is, maar uitproberen, denken, kauwen laten zakken (verinnerlijken) en ervaren. Jezelf tegenkomen, reflecteren en ervaren of het werkt voor jouw doelstelling. Nooit kritiekloos zijn! Maar na goede ervaringen ook de twijfel durven te overwinnen.
Altijd een persoonlijke weg volgend die inzet vraagt met vele juiste en degelijke richtingaanwijzers om alle mogelijkheden in jezelf volop te gebruiken.
Je kunt het pad niet gaan voordat je het geworden bent.
uit: De stem van de Stilte
HPB Blavatsky
Weg naar de overwinning
Met de teugels niet te strak en niet te los
de geest, emotie, en denken (paarden) onder controle
Ook een symbool uit de Bhagavat Gita
Maar dit is de kleine Arc de Triompf in Parijs.