"Meditatie is niet verzonken zijn in een grandioos idee of grandioos beeld: dat maakt iemand slechts rustig zolang dat duurt, zoals een kind dat met zijn speelgoed bezig is. Maar zodra het speelgoed zijn aantrekkingskracht verloren heeft beginnen de rusteloosheid en het kattekwaad uitvoeren opnieuw.
De mediterende geest is zien, waakzaam zijn, zonder commentaar, zonder mening- vol aandacht voor de beweging van het leven met al zijn betrekkingen de hele dag door. En 's nacht, wanneer het hele organisme rust, heeft de mediterende geest geen dromen, want hij is de hele dag wakker geweest. Alleen de tragen hebben dromen; alleen de half slapende hebben dromen; alleen de halfslapende die behoefte hebben aan de omgang met hun eigen toestanden.
Maar als de geest waakzaam is zowel naar de uiterlijke en innerljke beweging van het leven luistert, dan komt tot zo'n geest een stilte die niet door denken gemaakt is.
Het is geen stilte die de waarnemer kan ervaren. Wanneer hij haar ervaart en herkent, is het geen stilte meer. De stilte van de mediterende geest ligt niet binnen de grenzen van de herkenning, want de stilte kent geen grenzen. Er heerst alleen stilte- waarin de ruimte voor verdeeldheid een einde vindt."
Steeds weer kan ik het lezen en realiseer me dat het werkt als een vreemd soort herinnering. Iets waar ik me weer opnieuw meer bewust van wordt. O Ja. herken ik na het nogmaals aandachtig gelezen te hebben. O ja, en kom tot de conclusie dat ik nog steeds overdag vaak niet wakker ben en 's nachts af en toe weet dat ik droom. hahaha.
Maar die momenten van stilte in en tijdens aandachtig bewustzijn die momenten zijn juweeltjes. Daarin is liefde de grondtoon en vreugdevol zowel als diep geraakt bedroefd zijn.