Naar mate ik ouder word, voel ik steeds meer verbondenheid met mijn moeder. Dat is heel vreemd, want tijdens haar leven zag ik haar dagelijks en ik was toen ze oud werd ook heel betrokken bij haar wel en wee. Als enig kind hadden we een goede band en ze rekende later volkomen op mij zoals ik vroeger als kind altijd op haar kon rekenen. Ze kreeg goede verzorging in het verzorgingshuis waar ze woonde en toch zocht ik haar dagelijks op om de kleinere en wat grotere hiaten in de zorg te voorkomen of te verhelpen.
Ik kende haar als een liefdevolle zorgzame moeder. Niet alleen voor mij maar ook voor anderen stond ze altijd klaar en had de mogelijkheid flexibel te zijn in haar denken en doen waardoor ze zich altijd weer aan de omstandigheden aanpaste. Ze heeft zeker geen gemakkelijk leven gehad en die karaktereigenschap heeft haar er altijd weer doorheen geholpen.
Allemaal dingen die ik wel geweten heb maar pas nu komen ze krachtiger bij me binnen en waardeer ik steeds meer wie ze was en wat ze al die jaren voor me is geweest. Nu heb ik de rust erop terug te kijken en toen ze nog leefde, was ik te druk met leven en zorgen. Ik was de regelmiep die op latere leeftijd voor haar moest zorgen en dat voelde niet altijd ontspannen aan of liever gezegd het kostte me bij tijd en wijle meer moeite dan me lief was. Mijn eigen leven liep ook niet altijd op rolletjes en ik had zo mijn eigen ideeën over hoe mijn moeder zou moeten zijn onder bepaalde omstandigheden. Die houding van mij maakte het niet altijd gemakkelijk.
En daar zat ik dan in 2011 aan haar sterfbed. Geen broers of zussen die het even over konden nemen. Een kleinzoon die regelmatig bij ons logeerde in verband met het overbruggen van de afstand van zijn huis naar school en van dat samenzijn wilde ik graag genieten maar weglopen van haar sterfbed zat er niet in.
Hoe lang zou het gaan duren? Ik gunde haar zo de rust die ze verdiende na al die jaren voor het raam achter de orchideeën. De laatste jaren waren moeizaam en pijnlijk voor haar. Nog maar heel weinig zicht in haar ogen. Ze zat voornamelijk voorover gebogen op de stoel omdat het zitten wegens kapotte plekken die al jaren niet meer heelden veel pijn veroorzaakte en het was wel duidelijk dat ze leed aan vasculaire dementie dus was ze nog weinig aanspreekbaar. Hetgeen ze wel zei had ik leren begrijpen maar was een warboel van verkeerde woorden.
Vanmorgen was ze eindelijk over te halen weer terug in bed te gaan wat ze categorisch had afgewezen. Het was alsof het kaarsje flakkerend zou uitgaan. Het was duidelijk een aflopende zaak nu ze achtennegentig jaar had mogen worden.
Ik gaf haar theelepeltjes water die ze op snoepte met haar pretoogjes naar me toe alsof het de heerlijkste nectar was.
Toen ze erg onrustig werd en steeds het bed weer uit wilde overlegde ik weer met de arts en professionals en besloten we om haar in slaap te brengen.
Een lichte paniek overviel me want ik kon haar toch niet alleen laten, maar als dit dagen ging duren hoe moest ik dat dan aanpakken? In overleg met het huis vroeg ik bij een stichting om hulp voor de nacht zodat ik de volgende morgen weer aanwezig zou kunnen zijn en in ieder geval nog kon slapen. Martin de jongste van mijn beide zoons was al langs geweest om afscheid te nemen en Rob, de oudste kwam ook. We zaten een tijdje bij haar terwijl ze sliep en ik stelde hem voor naar huis te gaan want hij moest de volgende dag ook weer werken. Uiteindelijk nam ook Rob afscheid. Het was een wonder dat hij er zo snel kon zijn want als vrachtwagenschauffeur was hij altijd onderweg.
Amper vijf minuten nadat hij de deur had dichtgetrokken veranderde haar wezen en zag ik dat ze ging vertrekken. Wonderbaarlijk. De ademhaling werd onregelmatig en soms leek ze alleen nog iets uit te ademen. Iedere keer aan een sterfbed, waar ik vaker aanzat, is het overgaan toch weer anders. Toen ze niet meer ademde opende ze plotseling vol verwondering haar ogen wijd open alsof ze iets zag wat ze nog nooit gezien had en langzaam sloten zich haar ogen terwijl ze nauwelijks merkbaar in het kussen terug leek te zakken. Toen was het stil, werkelijk stil.
Zo snel had ik dat niet verwacht. De stilte doortrok de hele kamer en een rust daalde neer in mijn hart. Een vredig gevoel van welzijn. Ik bleef stil bij haar zitten en wist dat het goed was. Die tijd van stilte en vrede voelde als een weldaad. Heel langzamerhand in minuten die uren leken kwamen mijn gedachten weer op gang. Wonderlijk dat ze zo kort na het vertrek van Rob was vertrokken. Mooier had het niet kunnen zijn. Na een waardevol leven een goed afscheid.
En nu zijn we alweer ruim 10 jaar verder en komen er steeds meer herinneringen bij mij naar boven. Soms kijk ik naar mijn handen en zie de handen van mijn moeder die altijd bezig waren met zorgen. Later rusteloos in haar schoot omdat ze nog altijd zochten naar de plooitjes in haar rok die ze vouwde of gladstreek. Als ik de was had gedaan nam ik de zakdoekjes mee die ze kon vouwen terwijl ik ze streek met de hete bout. Ze wist soms niet meer hoe dat moest.
"Doe ik het zo goed El?" hoor ik haar in gedachten nog zeggen.
"Ja mam zo is het goed".
Je hebt het goed gedaan.
Dank je wel.