vrijdag 8 mei 2020

Tijden veranderen 1952-2020


Tijden veranderen.
 Geschreven in 2010

1952

Daar loop ik dan, een angstig kind in de verlaten straten op de vroege zondagmorgen. Om de hoek van iedere volgende straat kan zich weer iets onverwachts voordoen. Een blaffende hond die achter me aan komt of kwajongens die aan mijn haren trekken. Af en toe loop ik hard. Hoe eerder ik er ben des te liever het me is. De vorige week heeft mijn vader me naar zondagschool gebracht. Nu weet ik de weg en kan ik wel alleen gaan ik ben toch al een grote meid.
Wat een opluchting, ik heb het hek van de kerk bereikt en ga naar binnen. Er hangen al jasjes aan de kapstok in de gang en in het klasje is het lekker warm.
Er worden liedjes gezongen en een verhaal verteld over Johannes de doper die werd onthoofd. Ik vind het een prachtig verhaal. Aan een flanelbord worden mooie gekleurde plaatjes gehangen en ik ben even mijn angst voor de terugweg vergeten. Maar die komt onherroepelijk en ik leg hem op een drafje af.
Thuisgekomen vertel ik wat ik gehoord heb maar ik vertel niet dat ik onderweg zo bang ben geweest.
De volgende zondag moet ik weer naar zondagschool en de angst overvalt me. Ik huil.
“Zie je wel”, zegt mijn moeder, die niet gelovig is tegen mijn vader, “dat zijn toch ook geen verhalen voor kinderen, dat kind hoeft niet meer naar die zondagschool.”
Wat een opluchting, maar wel jammer van die mooie verhalen.

1955
Enkele jaren later ga ik met mijn ouders samen naar een ander kerk op zaterdag, want dat is de Sabbat. Mijn vader krijgt ontslag omdat hij de zaterdag vrij vroeg en dat niet kreeg op de machine fabriek waar hij werkte. Financiëel wordt het er voor hen niet gemakkelijker op, maar  mijn ouders zijn helemaal overtuigd van de waarheid en God zal wel voorzien. Ik voel me er sterk bij betrokken en ben zeer toegewijd.
De schuifdeur van het tussenkamertje waar ik slaap is met glas in lood. Er wordt een gordijn voor geschoven dat altijd een kiertje open mag blijven. Ik kan als ik op bed lig veel opvangen van de gesprekken die er in de huiskamer plaatsvinden. Ik hoor een  gesprek over de kerk en wat God van ons verlangt en hoe listig de duivel is. En dan is er ook nog een gesprek  over geesten en doden die tevoorschijn komen. Dat is satans werk. Ik vind het griezelig en durf niet meer te gaan slapen. Overal in het behang vormen de krinkeltjes zich tot gezichten die me aanstaren. De angst bouwt zich langzaam op. Iedere avond  kniel ik voor mijn bedje en zeg mijn avondgebedje. Intussen denk ik: als er maar geen geesten onder mijn bed zitten en durf niet eens te kijken als ik klaar ben. Mijn moeder stopt me in en kust me welterusten. Papa komt nog even en verdwijnt weer door de schuifdeur naar de kamer, maar ik kan niet slapen. Overal in mijn hoofd loert het gevaar. Geesten zijn zo ongrijpbaar. Ze zijn er wel en ze zijn er niet. Misschien staan ze wel naar mij te kijken. Als ze me maar niet aanraken of kwaad doen. Toch ben ik ook nieuwsgierig en zou ze wel willen zien. Ik probeer heel goed te kijken, maar zie niets. Gewoon alleen mijn kamertje. Maar de angst verdwijnt niet. Er zitten nog veel meer angstige dingen in mijn hoofd.
Wie zegt me of ik nog wel wakker word als ik in slaap val. Misschien ga ik dan  wel dood. Dat weet je toch nooit zeker. Een buurjongetje, die bij mij in de klas zat is een tijdje geleden ook dood gegaan. Hij was wel ziek en had in het ziekenhuis gelegen, maar thuis in je bed kun je toch ook dood gaan. Ik heb geleerd dat de dood als een slaap is en als Jezus wederkomt op de wolken des hemels worden alle doden opgewekt om met hem naar de hemel te gaan. Maar ik wil helemaal nog niet dood.
Ik hoor de geruststellende geluiden uit de kamer. De radio staat zachtjes aan en af en toe hoor ik mijn moeder door de gang naar de keuken lopen.
Mijn gedachten blijven in een kringetje ronddraaien.
Ja, nu gaan mijn ouders ook naar bed. Het zal helemaal stil worden en dan vind ik het nog griezeliger.
“Mam!” roep ik zachtjes.
Ze hoort me niet.
Nog eens, ietsje harder.
“Mam!”
Ja, ze heeft me gehoord.
“Goh kindje, slaap je nog niet, wat is er aan de hand?”
“Ik kan niet slapen, ik ben bang.”
“Bang, waarvoor?”
“Dat ik dood ga.”
Mijn moeder zit op de rand van mijn bed.
“We gaan allemaal een keer dood lieverd.”
 “Ja maar ik wil helemaal nog niet dood.”
“Je gaat ook helemaal nog niet dood” zegt ze.
“Ja, maar als ik nou toch dood ga.”
“Àls de hemel valt zijn alle mussen dood en geloof me nu maar, ik weet zeker dat jij vannacht niet dood gaat en nog heel lang niet”.
We praten een tijdje en ze stopt me weer in om te gaan slapen. Die nacht slaap ik rustig.
Het is moeilijk om over de angst voor geesten en doden heen te komen al laat mijn moeder me iedere avond onder mijn bed kijken.

1965
Peter gaat al een tijdje niet meer mee naar de kerk. Ik heb daar wel begrip voor.  Als ik eerlijk ben wordt het mij ook steeds moeilijker om te gaan.  Nu Robert een half jaar oud is, geef ik de moed op om door te gaan met mijn kerkelijke activiteiten. Het eerste halfjaar was ik te moe en te druk, nu ben ik er zo aan ontwend dat het me minder belangrijk lijkt. Ik vraag mezelf steeds meer af. De dingen in de bijbel worden zo letterlijk geïnterpreteerd en zijn daardoor zo onwaarschijnlijk in deze tijd van wetenschappelijke verklaringen. Ik kan niet domweg geloven in dingen die zo onwaarschijnlijk zijn. Ik heb ook gewoon geen zin meer om me te verdiepen in dingen die ik als wonderen zou moeten aanvaarden en leg liever alles naast me neer. Er is niets meer over van de diepgevoelde ervaringen uit mijn kinderverleden. Het leven is al moeilijk genoeg.
Ik haal een vers worstje bij de slager. Varkensvlees aten we nooit, ook dat was verboden en ik stap bij Annelies naar binnen om te vragen hoe lang ik die moet braden. In het begin voel ik me zo schuldig, de leerstukken zijn diep geworteld. Langzamerhand ga ik me steeds minder houden aan dat wat van bovenaf wordt opgelegd en voel ik me vrijer om te doen en laten wat ik wil. Ook op de zaterdag, waarop ik niet winkelen, werken of kopen mag, ga ik mijn eigen gangetje. Ik zie er het nut niet meer van in.

1995
Tijden veranderen sneller dan ooit.
Vandaag kan al gisteren wezen.

Ik ben een nieuwe weg ingeslagen een weg van onderzoek naar wat ik in wezen ben. Mijn nieuwsgierigheid stuurt me steeds verder op weg naar plekken die ik anders nooit zou hebben ontdekt. Plekken in mijzelf die aangeraakt worden en verlevendigd. Ik herontdek heel langzamerhand de waarden van religies in zijn algemeenheid in theosofische studies en in het bijzonder die van de Boeddhistische Gelugpa traditie.  Gelek Rimpochee zei ooit in zijn lessen:
Wanneer je weet in welk potje je de dingen moet doen kun je ze altijd gebruiken. Dat is voor mij heel belangrijk. Ik ben weer teruggekeerd naar de wortels uit mijn jeugd al zijn de omstandigheden veranderd, er daagt weer een gevoel van herkenning ondanks de totaal andere invalshoeken.
Vanuit een protestante achtergrond sta ik nog regelmatig vreemd tegenover alle rituelen die een middel zijn om te komen tot verlevendiging van mijn zoektocht. Ik laat ze over me heen komen en denk, de tijd zal hun waarden bewijzen.

2010
Ik zeg mijn sadhana’s. Hier op mijn kussentje breng ik dagelijks mijn denkertje tot rust om thuis te komen bij mijzelf. Iedere dag is het weer anders. Er zijn dagen dat ik me moeilijk kan concentreren. Er zijn dagen dat ik bijna in slaap val. Ik leer er mee om te gaan of het te accepteren. De momenten dat er ‘kwartjes vallen’ zijn een grote schat die ik koester in het diepst van mijn hart. Zoals het rituele geluid van de rinkelende bellen tijdens de rituelen die me plotseling tot op mijn botten raken.
De waarden die in mijn kindertijd wortel hebben geschoten komen tot ontwikkeling in een samenspel van aandacht, analyse, concentratie en meditatie. Zoals een mede student van de Lam Rim steeds zegt: “Het is iedere keer weer spitten in mijzelf”,  en dan tot conclusies komen dat ze een bedding vinden en geïntegreerd kunnen worden in mijn leven. Wat ik de laatste vijftien jaar heb geleerd is onnoembaar en zeer waardevol.
De lessen van Rimpochee, de beoefeningen en de activiteiten binnen Jewel Heart vormen een basis waaraan ik me kan spiegelen en waardoor ik de weg leer bewandelen naar meer vrijheid binnen alle beperkingen van mijn waardevol menselijk bestaan.


En hoe is het nu, anno 2020?

Heel leuk om dat nu weer eens terug te lezen en te weten hoe mijn leven zich tot op dit moment ontwikkeld heeft. Nog steeds ben ik heel dankbaar voor de mogelijkheden die ik in de Boeddhistische filosofie en levenskunst heb gevonden. Ik heb daar zoveel van geleerd en sta veel vrijer in het leven dan dat ik me ooit vroeger voor had kunnen stellen. Dat schept veel meer mogelijkheden en geeft ruimte om te gaan met de dingen die op mijn pad komen.
In crisis tijd zoals die zich  nu voordoet met de corona crisis merk ik dat er ruimte is en ik hoef niet in paniek te vervallen. Zoveel mooie levenslessen en oefeningen, die me tot hier hebben gebracht. Dat maakt dankbaar. Dat is leven met alles erop en eraan. Alles mag er zijn. Het is aan mij om er op een goede manier mee om te gaan in alle bescheidenheid wetend dat het heel bijzonder is dat  blokkades me niet hebben belemmerd om tot hier te komen.

Dank, dank, dank voor alle mooie lessen die ik  door Gelek Rinpochee en alle mede studenten heb mogen leren.


Rust en ruimte

Het weekend staat weer voor de deur en het belooft rustig te worden. Geen visite voor moederdag want het is beter nog een tijdje rustig afstand te bewaren.

Wel heb ik vanmorgen voor de tweede keer boodschappen gedaan. Het is allemaal netjes geregeld in de winkels. De handvatten van de karretjes worden netjes schoongemaakt maar ik betrap me erop dat ik met mijn handen ook aan de ijzeren bak zit en niet alleen aan de handvatten. Thuis meteen maar weer goed mijn handen wassen in de hoop dat we van het virus verschoond zullen blijven.

Ik ben een nieuw prive blog gestart. Ik heb altijd graag dagboekjes bijgehouden en ik merk dat ik ook graag heel persoonlijk schrijf ooit schreef ik al een boekje over mijn leven omdat ik toch wel een zware periode heb gekend tijdens mijn echtscheiding waarin ik door mijn ex echtgenoot met de dood werd bedreigd. In een bepaalde periode vond ik het fijn die moeilijke tijd te delen op een blog en in een boekje. Nu schrijf ik dagelijks over betere tijden en hoe ik in het leven sta. Het blog is niet publiekelijk toegankelijk en dat vind ik fijn. Het geeft me een vrijer gevoel om te schrijven. Niet dat er zoveel geheimzinnigs op zou staan echt niet, maar ik voel me vrijer om te schrijven . Ik heb niet meer zo de behoefte om te delen want het heeft allemaal niet zo veel 'om het lijf'.

In het verleden  staan er veel blogjes in dit Magazijn waar op gereageerd werd, daar heb ik heel veel van geleerd en ook hoe moeilijk het is om op de juiste manier uitdrukking te geven aan de eigen gedachten en levensbeschouwingen. Dat werd me niet altijd in dank door iedereen afgenomen. Af en toe kwamen er nogal wat discussies los. Dat vond ik niet altijd makkelijk.

Nu het bloggen allemaal op een lager pitje staat en er meer oppervlakkige contacten  zijn op Facebook  merk ik dat ik het toch ook fijn vind om hier, zonder heen en weer gepraat, te schrijven. Dat geeft meer rust en ruimte.

Een bloemetje voor het weekend

Blogarchief

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...