maandag 9 juli 2012

Olympus


Ik dacht erover dit blogje te verwijderen, maar dat doe ik toch niet. Ik ga het gebruiken waar het voor dient, voor notities.
En dat kan van alles zijn.
Bijvoorbeeld om even op te schrijven dat ik dit weekend het fototoestelletje dat er al wat langer ligt, van Fer, te bekijken. Zo'n klein, heel handig ding. Ik kwam tot de ontdekking dat het een super dingetje is met alles erop en eraan. Een zoom bereik van 600 mm. 16 megapixel een prima lensje en lichtsterk. Ik ga hem beslist regelmatig gebruiken. Kan zo in een kleine tas.
En alle instellingen (macro, iso, witbalans etc) zijn supersnel op het beeldschermpje instelbaar.
Maar ja, geen mogelijkheid voor instelling sluitertijd en diafragma. Dat gaat automatisch (goed). Een mens kan voor zoiets kleins ook niet alles verwachten.
De naam:
Olympus SZ30MR
Wat een feest. Want ik ga hem beslist vaker gebruiken.



Deze stenen fotografeerde ik vanuit de kamer op 600 mm uit de hand. Toch redelijk voor zo'n klein wiebelig  toestelletje.



En dit vogeltje op de balkon op 128 mm.




zondag 8 juli 2012

Dagboekbladen



woensdag 14-10-2009  

Mama had niet in de gaten dat ik het was die binnen kwam. Ik durf haar nog geen knuf te geven waardoor ze me natuurlijk direct herkent, omdat ik ook nog een beetje verkouden ben en merkte ook mijn afstandelijke houding op. 
‘Elly, ben jij het?’ Ze zag er grauw uit, sprak onsamenhangend en gebruikte voor alles en nog wat verkeerde woorden.  

De ene keer ben ik bij haar en voel ik me erg betrokken en meelevend, de andere keer voel ik mijn weerstand en tegenzin. Dagelijks weer dezelfde verhalen en dingen aanhoren. De constante ontkenning van haar negatieve emoties die ze uit en als ik erop inspeel haar onmiddelijke ontkenning. 

Ze was vergeten haar bed te verschonen want ze wil alles zelf doen. Dinsdagmorgen aan de telefoon vertelde ze me dat de verzorging bij haar was binnen gekomen en vertelde dat zij het bed wel zouden verschonen.  Ze werd boos. Ze moesten eraf blijven en ze zou het zelf wel doen. Ze heeft de meisjes weggestuurd. 
Als ik haar dan probeer uit te leggen dat ze daar toch niet boos om hoeft te worden, roept ze onmiddellijk:
‘Nee, maar ik was niet boos!’

Ze is  zo bang niet aardig gevonden te worden. Ik vind dat triest en heel vermoeiend en het is voor mij een aanhoudend leerproces om daar op een geduldige manier mee om te gaan. Toen ik als aktiviteiten begeleidster in de zorg werkte, had ik daar totaal geen moeite mee had. Maar je moeder, dat is een heel ander verhaal.

Maar gelukkig al pratend, want dat kan ze, kwam de kleur weer wat terug op haar gezicht en vond ze de woorden weer wat gemakkelijker, leek minder verward.
De psycholoog, die haar afgelopen donderdag testte, heeft wel gelijk. Het is waarschijnlijk ook een vasculair probleem. Een slechte doorbloeding naar de hersenen. Als die weer wat beter op gang komt gaat het beter. Ik had een fijn gesprek met hem en ik ben blij dat hij die testjes deed. Op een gegeven moment zei ze tijdens die testjes tegen me : ‘Ik ben toch nooit boos of chagarijnig El of vind jij van wel?’
Ik heb haar gezegd dat ik haar een schatje vond en ze straalde.
Ach en dan is mijn dag ook weer goed.







zaterdag 7 juli 2012

Jopie


“Jopie, fiets weer eens gauw naar het Roermondsplein, Vader komt zodadelijk van de steenoven over de schipbrug, dan kan je hem nog een net een briefje voor een volgende opdracht geven.”
Ze is tussen de middag uit school gekomen.  Moeder stopt haar een dikke boterham  in de hand. Op de potkachel staat warme melk en ze schenkt zichzelf een beker vol. Achter elkaar gaat het naar binnen. Het brood, ja daar doet ze veel langer over en zal ze onderweg opeten.
Jopie sjeest door de straten. Vader komt met de schimmel en een wagen vol stenen over de Rijn om ze naar de nieuwe bouwplaats te brengen en zij gaat hem een briefje van moeder brengen. Misschien mag ze een eindje meerijden op de wagen. Dat is altijd een feest. Hoog op de bok tussen vader en de knechts of misschien op zijn knie terwijl hij de teugels van het paard vasthoudt. Ze hoopt dat ze op tijd zal zijn en hem niet misloopt.

Maar goed dat ze hard kan fietsen want als ze bij de brug aankomt ziet ze hem aan de overkant al aankomen. Dat kan niet missen. De witte schimmel met Vader op de bok en de twee knechts. Ze kan niet langer wachten en fiets hem tegemoet maar dan moet ze ook de brug  weer terugfietsen naast de wagen al babbelend tegen Vader. Op het Roermondsplein pakt hij haar fiets en geeft hem door aan de knecht die hem bovenop de stenen legt en dan mag ze erbij op de bok. Zo rijdt ze vanaf haar hoge plek om zich heen kijkend, vol verhalen tegen vader, onder de Zijpsepoort door en een eindje langs Sonsbeek. 


Maar dan moet ze weer terug naar huis, fietsend over de Sonsbeeksingel, om weer op tijd in school terug te zijn. Ze weet het al precies en kan het allemaal net halen. Het is niet voor niets dat ze haar een vliegende Hollander noemen.


Een stukje uit het boek dat ik aan het schrijven ben over mijn moeder gebaseerd op de verhalen die ze vertelde. Het schiet alleen niet zo hard op, maar nu ik een filmpje ontdekte waarop ik heel waarschijnlijk mijn grootvader ontdekte die een slepersbedrijf had, krijg ik er weer zin in. 
Als je het filmpje wilt zien kijk zelf maar op 5.45 min tot 5.55 is hij tien seconden in beeld. Voor mij is het in ieder geval ontzettend leuk om te zien. Het filmpje is van rond 1919 vlak na de oorlog. 1914-1918. Mijn moeder werd in 1912 geboren. Op dat stukje film is de oude schipbrug te zien waar mijn moeder haar vader regelmatig opwachtte.


http://www.filminnederland.nl/film/arnhem-en-omstreken/


Deze foto is waarschijnlijk van  later datum
Ik maakte daar eerder een blogje over
http://magazijn.blogspot.nl/search?q=koninklijke







donderdag 5 juli 2012

Dagboekbladen


dinsdag 13 oktober 2009


Ik ging mijn bed weer in. Mijn darmen zijn nog niet in orde, maar de koorts is gezakt en de heftige krampen zijn verdwenen. Nog steeds verdraagt hij geen ontlasting en als dat de gevoelige plek bereikt is het pijnlijk. Als ik naar het toilet ben geweest keert de rust weer een beetje terug.
Vanmorgen terug in mijn bed heb ik niet meer geslapen en terwijl de gedachten rondtolden, leek ik even contact te maken met een soort van schizofreen gevoel, een gevoel zoals ik me dat voor zou kunnen stellen. Misschien mede ingegeven door de koorts van de laatste dagen maar toch, hoe is het mogelijk om zo verstrikt te raken in je eigen denken.

Ik merkte hoe mijn ik gerichtheid overal doorheen werkt. Hoe het bijna onmogelijk is, vooral wanneer je lichamelijk pijn hebt, je van vreemde denkpatronen los van te maken en te ervaren dat je niet alleen maar je lichaam bent. Nee, IK heb pijn. En als ik daar weer wat meer vrij van kwam en met andere gedachten speelde, kwam dat ikje weer op allerlei andere manieren door mijn denken heen een rol spelen. Als ik het in het ene opmerk en laat gaan, uit het zich alweer in het andere. Plotseling zag ik mijn eigen gerichtheid overal in doorrazen terwijl ik dacht het èèn los te laten en de volgende gedachte vrij van ego te kunnen zijn, bleek dat een volkomen misvatting, want ook daarin herkende ik mijn eigen kleingeestigheid en denken weer.

Ik draaide zo in een kringetje rond om mijzelf, dat ik nog meer verwarde en vreemde gedachten zou kunnen krijgen die al min of meer aanwezig waren. Ik veronderstelde dat het zo zou kunnen gaan, schizofreen of verward worden. Het is angstig in een ruimte te staan waar ik geen grip op heb,  geen grip op mijn eigen denken, want ik moet me toch ergens aan vast kunnen houden aan mezelf en aan mijn eigen logisch denken en als dat niet meer lukt dan gebeuren er rare dingen in mijn geest. Dan graai ik steeds meer verward om mij heen naar houvast.
‘Het is vreselijk als er dan geen vangnet is’, was de gedachte die bij me opkwam.

Toen schoot het me te binnen en ik herhaalde een tijd lang de woorden die ik heb geleerd en een zekere kwaliteit in zich dragen die me duidelijk geworden zijn in mijn ervaring doordat ik er al zolang mee bezig ben. Het gaat niet alleen om de woorden, maar om dat waar ze voor staan en de richting die ze aangeven.
‘Tot aan de verlichting neem ik toevlucht tot Boeddha, Dharma en Sangha.
(Moge ik door onzelfzuchtig handelen en de andere volmaaktheden Boeddhaschap bereiken tot welzijn van alle wezens)’

Ik merkte, hoe zoals gewoonlijk de rust in me weerkeerde, hoe mijn buik zich ontspande en alles wat er is op zijn plaats valt, mede door de opgebouwde gewoonte en inhoudelijkheid van ieder woord op zich die zo groot is dat ik daar hier niet veel meer over kan zeggen dan dat het veel voor mij betekent en een mogelijkheid geeft voor mijn ontwikkeling.
De herinnering die daarbij automatisch opkomt, is toch de kern van de zaak. Het gaat erom die kwaliteiten in mezelf op te bouwen. Vanuit die positie keert de rust terug. Zijn alle handelingen, handelingen zijn alle woorden, woorden en is al het denken, denken. Niet meer en niet minder dan dat.

Zolang alles wat ik doe en kan afhankelijk is van oorzaken en gevolgen en ik daar zelf  weinig begrip en weet van heb, is een vangnet onontbeerlijk, het geeft ruimte, rust en kracht waardoor ik verder kan zonder angst. Ik kan nog zo veronderstellen zelf de touwtjes in handen te hebben, maar schijn bedriegt.
Door  methode en bewustwording toe te passen, kan er een heel ander perspectief ontstaan en een motivatie van waaruit alle handelingen bepaald worden door die instelling.







Blogarchief

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...