Het is rustig rondom de grote vijver in het Sonsbeek.
De mandarijneenden zijn in geen velden of wegen meer te bekennen en in vorige jaren was het soms een drukte van belang omdat er veel reigers in de bomen zaten te broeden.
Nu zie ik enkele nesten in de bomen op het eiland maar ze worden dit jaar lang niet allemaal bewoond
en er is weinig vliegverkeer. Een enkeling is aan het fourageren.
Een eenzame meeuw vliegt langs de stille reigernesten
Ik wacht op een poetsende nijlgans tot hij zich zal schudden en de veren uitslaan maar
pas wanneer ik verder loop en achterom kijk voldoet hij aan mijn wensen. Te laat...
Want twee anderen vechten ondertussen even een meningsverschil uit.
En dan is er nog die merel. Ik zag hem aan voor een dode boomtak. Ik denk dat ik het niet ver mis was. Het is de vraag of hij de avond nog zal halen. Al bijna één geworden met het dode hout.
Als een laatste der Mohikanen laat de magnolia zich nog even zien
En maakt dan plaats voor de overvloedige rodondendrons
Zo heeft alles zijn tijd en plek in de natuur. Daar mag de mens een beetje mee spelen maar uiteindelijk is alles en iedereen vergankelijk om plaats te maken voor het nieuwe leven. Dat is niet triest dat is schoonheid.