zondag 22 januari 2012

Dat hoor ik niet graag.

Schrijfveer

"O wat heerlijk," dacht ik toen ik op het raam van de coupé 'stilte'  zag staan. Ik was in een stilte coupé terecht gekomen. Veel ervaring met treinreizen heb ik niet en sedert nog geen jaar maak ik sporadisch een treinreisje. Leuk vind ik het. Ik ging er gemakkelijk bij zitten, want voorlopig hoefde ik niets anders dan stilletjes naar buiten kijken en genieten van de beelden die zich voor mijn oog ontrolde zonder afgeleid te worden door van alles en nog wat.
Bij het volgende station vulde de ruimte zich met nieuwe passagiers die kennelijk ook een leuk tripje hadden. Nou ja, ze zouden zo wel stil worden, veronderstelde ik. Maar nee hoor, ze kwettterden rustig verder en iemand merkte op dat het een stilte coupé was. Ik voelde de boosheid naar boven kriebelen. Zo aandachtig mogelijk keek ik ernaar en probeerde afstand van die emotie te nemen. Ernaar te kijken zoals ik dat de laatste jaren gewend ben te doen. Nee, dat ging niet zo eenvoudig en ik zuchtte maar eens diep.Het bleef kriebelen. De stilte diep in mijzelf, waar het uiteindelijk om draait was danig op de loop.
Bij het eerstvolgende station heb ik de moed opgegeven en ben ik ondanks alle aandacht en het inbouwen van rust, gevlucht voor mijn eigen boosheid die ik niet wilde. In de gezellige praatcoupé kwam ik weer een beetje op orde en vervolgde welgemoed mijn reis.
Ja, zo snel laat een mens zich beïnvloeden door een woordje. Stilte.

Er is dan kennelijk helemaal niets meer dat ik graag hoor.

zaterdag 21 januari 2012

Diep duiken.

Duik diep mijn geest, duik diep in de oceaan van Gods schoonheid. Als je in de onmetelijke diepte afdaalt, zul je de edelstenen van liefde vinden.

Bengaalse Hymne

Mama

De rol van de moeder
lees ik als opdracht voor schrijfveren.
Is dat niet verwonderlijk. Ik bekijk net de laatste fotootjes die ik van haar maakte toen ze nog met veel moeite in de stoel zat. Het enige waar ze, doodmoe, dement en blind mee bezig was, was het navoelen van haar kleding. of alles wel goed en netjes zat. Met haar ogen dicht bleef ze dezelfde handelingen verrichten. Van de onderrand van haar blouse gleden haar vingers naar achteren of alles glad zat, dan langs de knoopsluiting naar boven langs het kraagje en weer van voor af aan. Ze was zo moe.
Het enige dat ik kon doen was af en toe proberen tot haar door te dringen, maar ze was zo druk dat het bijna niet lukte.
Ze weigerde te eten en wilde ook niet drinken. Het waren haar laatste dagen. 's Middags brachten de verzorgsters haar met zachte drang naar bed. Overdag zou ze dat nooit doen.
"U bent ziek mevrouw, we brengen u lekker naar bed, dan kunt u even uitrusten".
Ze is niet meer opgestaan.
De rol van de moeder was klaar al jaren daarvoor had ik afscheid van haar in die rol genomen. De rollen waren omgedraaid. Ze had haar rol met zoveel discipline, aandacht en liefde vervuld. Het was haar rol mij een voorbeeld te zijn in dat opzicht. Zelfs toen ze die rol niet meer vervulde, spiegelde ze me doordat ik zo kon opmerken waar mijn tekorten zaten. Dat was goed, want ook daar leerde ik van.
Was haar rol als moeder afgelopen toen ze niet meer voor mij kon zorgen en de aandacht voor mij kon hebben die ik van haar gewend was?
Nee dus, ook in de omkering was ze mijn moeder die me tot het einde heeft laten zien hoe belangrijk het is in aandacht te leven.

Ik maakte die laatste dag dat ze in haar stoel zat, nu tien maanden geleden, een hele serie foto's van haar terwijl ze bezig was haar kleding goed te ordenen zoals ze dat vroeger deed als coupeuse en wanneer ze mij een nieuw jurkje aantrok.
Maar nu met haar ogen gesloten en letterlijk doodmoe.

vrijdag 20 januari 2012

Rudi van Dantzig 2

Dank je Schripst. Ik kan niet anders dan de film hier plaatsen.








Monument for a dead boy

Blogarchief

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...