Er schommelt een wiegje in 't bloeiende hout
Een wiegje met bloemengordijntjes.
Dat hebben twee vogeltjes samen gebouwd,
En zie eens, hoe keurig en fijntjes.
Als 't windeke speelt, de loverkens streelt,
Dan schommelt het tedere wiegelijn mee
Als 't scheepje op deinende zee.
In 't schommelend wiegje is 't wonder geschied
Uit 'd eitjes zijn jongen geboren.
Nu zingt in verrukking het gaaike zijn lied.
Een liedeke zoet om te horen.
Hoe 't jubelt door 't hout, hoe 't schatert door 't woud
En moedertje dekt ze, van 't luist'ren niet moe
Met koest'rende vleugeltjes toe.
S. Abramsz / L.A. v. Tetterode
Hop, ik zit weer op de lagere school bij Juf Hofman. Ik kan het nog zingen.
BeantwoordenVerwijderenDat zond mijn moeder altijd voor me wanneer ik me niet lekker voelde. Ik vond het zooooo prachtig. Ik heb het gauw gekopieerd. Ik kan het ook zingen.
BeantwoordenVerwijderenIk ken het liedje niet, maar het is prachtig!
BeantwoordenVerwijderen