Toen ik ongeveer tien jaar was, wilde ik balletdanseres of
verpleegster worden. Als ik verpleegster werd zou ik naar Afrika gaan om daar
te werken en mensen beter te maken. Die wens was sterk verbonden aan een religieus
kindergevoel.
De jaren verstreken en ik trouwde, kreeg kinderen en mijn
huwelijk was verre van geweldig. Na zeventien jaar echtgenote te zijn geweest
liep ik weg met mijn jongste zoon (de oudste volgde later) om aan represailles
te ontkomen. Ik zat vol van overlevingsdrang en moest voortdurend mijn psyche
'op een rijtje' zien te houden. Ik moest alle zeilen jarenlang bijzetten om te
overleven. Weinig tijd en inzet om er voor anderen te kunnen zijn. Zelfs een
kleine boodschap voor een oude tante waarbij mijns inziens teveel van me werd
gevraagd, kon me tot wanhoop drijven.
Na verloop van tijd werd het me duidelijk dat ik de
gevoelens uit mijn kindertijd volkomen kwijt was geraakt. Ik wilde ze hervinden
maar vermoedde dat ik intussen atheïst was geworden. Ik kon en wilde me niet
meer 'overgeven' aan iets buiten mijzelf waarvan ik vermoedde dat het niet
bestond. Wel wilde ik weer goed zijn en goed in mijn gevoel zitten.
Huilend en angstig zie ik mezelf weer in een eerste
ontmoeting tegenover haar zitten. Ze had geen antwoorden waar ik op hoopte en
ik herinner mij de woorden die we spraken niet meer, maar wel wat ik voelde. Er
was een weg, een weg die me niet in een keurslijf van geboden en verboden dwong
om een goed mens te zijn, maar een van ontwikkeling en zelfrespect. Waarin weer
openingen gevonden konden worden om er te zijn, niet alleen voor mezelf maar
voor het geheel. Mezelf hervinden in het geheel.
Nu noem ik het een weg van hard werken, werken aan mezelf.
Vaak is dat werken juist stil zijn en ervaren en daardoor weer openingen
creëren om er te kunnen zijn (voor anderen). Nu is het me heel duidelijk. Om er
te kunnen zijn voor het geheel is het eerst nodig zelf heel met het geheel te
worden.
Als ik iets voor een ander wil betekenen, (In een reactie op
het vorig logje schreef ik: Het enige ultime geluk dat wij kunnen bereiken is
de vreugde die je ervaart als je iets kunt betekenen voor de ander.) zal ik die weg in mezelf moeten vinden. Dat
is geen weg van mooie woorden. Maar van leven met alles erop en eraan. Van
momenten van stilte om de ruimte te vinden weer verder te gaan. Frustraties en
confrontaties te zien, te ervaren en leren loslaten, door gaan vanuit mijn zelf
gecreëerde rustgevende middelpunt dat ik
nu terug weet te vinden.. Een weg van leren er te zijn als het nodig is, zonder
aan mezelf voorbij te lopen. Weten dat: als niemand het doet, dan zal ik het
doen!
Het is niet alleen filosoferen OF daadkrachtig zijn, Het is
filosoferen, reflekteren, mediteren en daardoor in mijn midden terechtkomen waardoor
ik liefdevol daadkrachtig kan worden vanuit een middelpunt voor mezelf en voor
anderen. Daar is de kracht aanwezig die niet verstoord kan worden. In mijn
midden, waar niets elkaar overloopt, maar alles in rust op zijn plek valt. Dat
maakt mij gelukkig.
Om dit te verduidelijken wil ik nog vermelden dat het niet
gaat om de woorden maar om dat wat woorden en methoden kunnen bewerkstelligen
in daadkracht.
Het leven krijgt zijn uitstraling in de handeling die de
uitwerking is van ons innerlijk.
Natuurlijk raak ook ik regelmatig uit mijn middelpunt, maar
als een duikelaartje weet ik het nu vaak binnen de kortste keren te hervinden.
Als de methode die ik volg niet zou werken dan ben ik niet
op een juist pad aan het wandelen.