Dè Balzac
Vol verwachting zet ik mijn fiets op het grote plein voor de kerk op slot. Voor de deur op het bordes staat een meer dan levensgrote Balzac. Dè Balzac. Hij staat een beetje verloren op het bordes tegen de monumentale deuren van de Eusebiuskerk geplakt. Er is toch veel meer ruimte op het plein een paar treden lager? En dan, hadden ze hem niet beter op een sokkel kunnen plaatsen. Maar goed. Ik ga naar binnen en moet concluderen dat ik het reductiekaartje thuis op tafel heb laten liggen. Ik heb geen zin weer terug te fietsen om het alsnog op te halen maar betaal liever de volle entreeprijs in de overtuiging dat de tentoonstelling het waard zal zijn.
De volgende zware deuren geven toegang tot het middenschip van de kerk. Het is altijd weer ademen en ervaren wanneer ik een kerk binnenga. Dat doet me iets. Een gevoel van ruimte, rust en gelijkmoedigheid. Of is het iets anders? Maakt niet uit wat het is, maar het is er weer en ik ga om de hoek van de deur zitten, om die eerste indruk op me in te laten werken en een glimp op te vangen van ‘De Denker’, die achterin de ruimte tegenover me zit te doen wat hij nou eenmaal moet doen. Wat is de ruimte van de kerk groot. Prachtig ruim en leeg; na de beeldenstorm is er waarschijnlijk weinig of geen kerkelijke kunst in blijven staan. Sinds de restauratie na de verwoestingen van de laatste wereldoorlog wordt de kerk alleen nog gebruikt voor exposities en andere kunstzinnige of culturele zaken. Toch blijft de middeleeuwse rust van de ruimte voor mij onmiskenbaar behouden.
Ik kan me maar moeilijk van de stoel en het genieten losrukken om mijn rondgang te beginnen en bekijk alles nog maar even van een afstand. Wat lijken de beelden in deze ruimte klein. Toen ik Rodin voor het eerst ontdekte was de tijd waarin ik leefde en voelde heel anders. Ik voelde me vrij en ongebonden na een jarenlang slecht huwelijk. De emancipatiegolf kon me eindelijk geven wat ik wilde en daar maakte ik graag gebruik van. Rodin was een van mijn ontdekkingen. Ik ging naar Parijs om daar zijn werk in zijn eigen woon- en werkomgeving te bewonderen in een roes van ongeëvenaarde vrijheid. Ik was helemaal verkocht. Maar er is veel gebeurd sinds dien.
Dat wordt me heel duidelijk tijdens de rondgang. De beelden zijn schitterend en geen spat anders dan ze horen te zijn. Maar ik ben niet meer de vrouw van toen en ze staan in een heel andere omgeving. Het enthousiasme van die dagen kan ik nergens meer vinden. Het lyrische gevoel, de emotie, hoe was dat ook alweer? Jaren geleden heb ik alles onder bepaalde omstandigheden op een bepaalde manier beleefd en bekeken. Wat er was is er niet meer. Het is slechts een herinnering en dan nog een zwakke, want ik weet dat de ervaring heftig was. Misschien heb ik me te lang niet meer in Rodin verdiept. Het lijntje niet vastgehouden dat me aantrok. Dat was toch ook al weer ruim twintig jaar geleden. Eigenlijk ben ik zwaar teleurgesteld.
Er wordt me nog meer duidelijk. Zo werkt dat dus. Alles bestaat alleen in onderlinge afhankelijkheid. Alles kan zo onder je eigen ogen veranderen; ook zonder dat het object zichtbaar in het moment verandert. Voor oude interpretaties komen nieuwe in de plaats. Daar kun je richting aan geven en keuzen voor maken. Daar kun je energie in stoppen. Zo kun je een eigen kijk op de wereld scheppen onder allerlei omstandigheden en je eigen ervaringen beïnvloeden, waardoor je hele wereld verandert. Mijn wereld is niet meer de wereld van twintig jaar geleden. Er zijn andere dingen voor in de plaats gekomen. Ook mijn kijken naar de dingen is veranderd. Maar als je het enthousiasme in iets wilt behouden, dan moet je blijven investeren. Anders dooft de vlam.
Ik kijk nog eens om. Fijn is dat. Kom ik haal mijn fiets van het slot en trap tegen de wind in. Een illusie armer, een leven rijker.